-
1 afschrijven
1 [afboeken] debit2 [schriftelijk afzeggen] cancel3 [uit het hoofd zetten] write off4 [afpennen] do a lot of writing6 [schrappen] write off7 [zich schrijvend ontdoen van] write out of one's system8 [bouwkunst] mark off/out♦voorbeelden:een vergadering afschrijven • cancel a meetingwe hadden haar al afgeschreven • we had already written her off -
2 uitschrijven
1 [op schrift uitwerken] write/copy out2 [uitvaardigen] call 〈 vergadering, verkiezing〉; issue, float 〈 lening〉; hold, organize 〈 wedstrijd〉♦voorbeelden:iemand als lid uitschrijven • strike someone's name off the membership listrekeningen uitschrijven • make out accounts -
3 schrijven
schrijven11 missive♦voorbeelden:1 een begeleidend schrijven • an accompanying/covering letterin antwoord op uw schrijven van 10 maart jl. • in answer to your letter of 10 March last————————schrijven2♦voorbeelden:leren schrijven • learn to writedat staat nergens geschreven • it doesn't say that anywherewij schrijven elkaar al lang • we have been writing to each other for a long timeeigenhandig schrijven • write in one's own handiets fout schrijven • misspell somethinglinks schrijven • write left-handeddat papier schrijft slecht • that paper is not nice to write onhij schrijft vlot/gemakkelijk • he writes with easevoluit schrijven • write (out) in fullmet de hand schrijven • write in longhand/by handiemand om geld schrijven • write to someone for moneyop een advertentie schrijven • answer an advertisementhet staat op haar gezicht geschreven • it's written all over her faceop het moment waarop ik dit schrijf • at the time of writing¶ wij schreven toen 1960 • the year/date was 1960 -
4 uitschrijven
v. write out, write, make out, convoke, launch, organize, float -
5 een recept uitschrijven
een recept uitschrijven————————een recept uitschrijvenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een recept uitschrijven
-
6 in het net schrijven
v. finalize, write out fair -
7 vooruitschrijven
v. write out -
8 aantekeningen uitschrijven
aantekeningen uitschrijvenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aantekeningen uitschrijven
-
9 cheque
♦voorbeelden:een cheque innen • cash a chequeeen cheque uitschrijven • write (out) a chequecheque aan toonder • cheque to bearermet een/per cheque betalen • pay by cheque -
10 een cheque uitschrijven
een cheque uitschrijvenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cheque uitschrijven
-
11 recept
1 [medicijnen, geneeskunde] prescription♦voorbeelden:alleen op recept verkrijgbaar • available only on prescriptionzonder recept (verkrijgbaar) • (available) over the counter -
12 voluit schrijven
voluit schrijvenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voluit schrijven
-
13 schrijfblokkering
• write lock-out -
14 goed
goed1〈het; geen meervoud〉1 [wat goed is] good5 [kleding] clothes6 [textiel] material, fabric ⇒ cloth♦voorbeelden:1 goed en kwaad • good and evil, right and wrongdat zal hem goed doen • that'll do him good, it'll be good for himhij meende er goed aan te doen • he meant well by it, he did it for the bestik denk dat je daar goed aan gedaan hebt • I think you did the right thinghij kan geen goed meer doen • he can't do a thing rightdaar zul je de zaak geen goed mee doen • you won't do things any good if you do thater is bij hem geen goed te doen • there's no pleasing him3 gestolen goed • stolen goods/propertyonroerend goed • real estateroerend goed • personal property/effectsschoon goed aantrekken • put on clean clothes6 wit/bont goed • white/coloured wash; whites, colouredshet goed hangt te drogen • the washing is hanging up to dry————————goed23 [geschikt] good5 [deugdzaam] good♦voorbeelden:hij bedoelt/meent het goed • he means wellik begrijp niet goed … • I don't quite/really understand …begrijp me goed • don't get me wrong, make no mistake (about it)als ik 't goed heb • if I'm not mistaken〈 ironisch〉 is het nou goed? • satisfied?als je goed kijkt • if you look closelydat komt wel weer goed • it'll turn out all righthet goed opnemen • take it wellik vind dat niet goed • 〈 keur het niet goed〉 I don't think that's a good idea; 〈 ben het er niet mee eens〉 I don't agree〈 informeel〉 dat zit wel goed • that's all right, don't worry about itnet goed! • serve(s) you/him/them 〈enz.〉right!niet goed geld terug • money-back guaranteehet is ook nooit goed bij hem • nothing's ever good enough for himhet is ook nooit goed • I give up; you're never satisfied, are youprecies goed • just/exactly rightalles goed en wel maar … • that's all very well but …dat doet het altijd goed • that always works (well)goed gedaan, jochie! • well done, kid!wij hebben het goed • we're well off/all rightwe hebben het nog nooit zo goed gehad • we've never had it so goodhou je goed! • look after yourself!, take care (of yourself)!dat kan ze erg goed • she is very good at itje kunt goed zien dat … • it is obvious that …(heel) goed Engels spreken • speak English (very) well, speak (very) good Englishdie jas staat je goed • that coat suits you/looks good on youik wens je alle goeds • all the very best〈 ironisch〉 nee, nou wordt ie goed! • that's rich!goed zo! • good!, that's right!; 〈 als compliment〉 well done!, that's the way!zij is goed in wiskunde • she is good at mathematicsalles goed? • (is) everything all right?dat is een goeie! • that's a good one!dat is te veel van het goede • that is too much of a good thing3 ik weet het goed gemaakt … • I know, this is what we'll dozich goed houden • control oneself; 〈 niet lachen ook〉 keep a straight face; 〈 na persoonlijk verlies〉 bear up (well)de soep is niet goed meer • the soup has gone offhet is mij goed • I don't mind, it's all right by mehet zal wel ergens goed voor zijn • it must be of some use, there must be some reason for itik zal het goed met je maken • we can make a dealdaar is de verzekering goed voor • the insurance will cover itook goed • very well, all rightwie weet waar het goed voor is • you never know what will come out of itwaar is dat goed voor? • what good will that do?goed voor één consumptie • valid for one drink/meal/snackhij is goed voor een paar ton • he is worth a few hundred thousandhij heeft er niet veel goeds geleerd • it hasn't done him much good4 zich te goed doen aan • feast on, tuck intodat komt goed uit • that's (very) convenienthij maakt het goed • he's doing well/all rightdat geld heb ik nog van hem te goed • he still owes me that moneyde rest hou je nog te goed • I'll owe you the restik heb nog vier vakantiedagen te goed • I've still got four holidays owing to me/outstandingdat heb je nog van me te goed • 〈 belofte〉 I (still) owe you one; 〈 dreigement〉 you've got it coming (to you)dat hebben we nog te goed • that's still in store for uszo goed en zo kwaad als het gaat • as best I/you/he candat is goed om te weten • that's a good thing to knoween verandering ten goede • a change for the betterde opbrengst komt ten goede van het Rode Kruis • the proceeds go to the Red Crosshet komt zijn prestaties niet ten goede • it doesn't help his performancehou me ten goede • don't hold it against mehet is maar goed dat … • it's a good thing that …goed dat er politie is • where would we be without the police?goed dat je 't zegt • that reminds megoed dat ik 't weet • thanks for telling medat is maar goed ook! • and a good thing too!6 ik heb er goed geld mee verdiend • I've made a pretty penny/done well out of iteen goed jaar geleden • well over a year agohij was goed nijdig • he was really annoyedhet betaalt goed • it pays wellhij kan nog niet eens goed schrijven • he can't even write properlyhet er goed van nemen • lead the good lifehij zat goed fout • he was totally wrongtoen ik goed en wel in bed lag • when I finally/at last got into bedik was net goed en wel thuis of … • I'd only just come in/got home when …goed bij zijn • be clever¶ op een goed ogenblik merk je dat … • there comes a time when you notice that …dat was maar goed ook • it was just as wellmaar goed • (well) anywaywe hadden het net zo goed niet kunnen doen • we might/could just as well not have done itzo goed als niets • next to nothing, hardly anythingzo goed als nieuw • as good as newdat is zo goed als zeker • that is virtually/almost certainzo goed als onmogelijk • virtually/well-nigh impossiblezo goed als niemand • hardly anybodyII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:ik ben wel goed maar niet gek • I'm not as stupid as you thinkik voel me heel goed • I feel fine/greatzou u zo goed willen zijn … • would/could you please …, would you be so kind as to …, do/would you mind …hij was te goed voor deze wereld • he was too good for this worldben je wel goed bij je hoofd? • are you crazy? -
15 elkaar
1 each other, one another♦voorbeelden:elkaar helpen • help each otherzij lijken op elkaar • they look like/resemble one anothertwee touwen aan elkaar binden • tie two ropes togetherzij maakte het achter elkaar af • she finished it in one gohij heeft een uur achter elkaar gepraat • he went on talking for a whole hourachter elkaar staan • stand one behind the otherweken/uren achter elkaar • for weeks/hours on endvier keer achter elkaar • four times in a rowdrie boeken achter elkaar uitlezen • read three books one after the otherbij elkaar komen • meet, come togetherhij heeft ze niet allemaal bij elkaar • he's got a screw loosealles bij elkaar (genomen) • on the whole, all in allzij hebben 50 gulden bij elkaar kunnen leggen • they were able to raise 50 guilderszoveel geld heb ik nooit bij elkaar gezien • I've never seen so much money at oncemeer dan alle anderen bij elkaar • more than all the others put togetherwij blijven bij elkaar • we stick/keep togetherde kinderen lopen door elkaar • the children are running all over the placealles ligt door elkaar • everything is mixed up/confuseddoor elkaar raken • get mixed up/confusedhet verhaal zit goed/slecht in elkaar • the story is well/badly thought outzij werden het met elkaar eens • they came to an agreementze hadden met elkaar nog geen gulden • they didn't have a guilder between themze kwamen enkele minuten na elkaar binnen • they came in within a few minutes of each other/one anothernaast elkaar zitten/liggen/lopen • sit/lie/walk side by sidegetallen onder elkaar zetten • write/place figures in columnszij moeten dat onder elkaar maar uitmaken • they must sort that out amongst themselveswe zijn toch onder elkaar • after all we are by ourselveshet zijn vrienden onder elkaar • they are all friends (together)op elkaar liggen • lie one on top of the otherdingen tegen elkaar zetten/leggen/drukken • put/lay/press things togetherdie groep is uit elkaar gevallen • the group has split updie auto valt bijna (van ellende) uit elkaar • that car is falling apartze zijn uit elkaar gegroeid • they (have) drifted apart(personen of zaken) (goed) uit elkaar kunnen houden • be able to tell (people/things) apartuit elkaar gaan • 〈 gezelschap, commissie, jury〉 break up; 〈 vrienden, echtgenoten〉 split up/break up; 〈 menigte, betogers〉 disperseeen machine uit elkaar halen/nemen • strip down/dismantle a machinezij zijn familie van elkaar • they are relatedzij hebben veel van elkaar • they are very much alikehij heeft zijn zaakjes goed voor elkaar • he's got things fixediets niet voor elkaar kunnen krijgen • not manage (to do) somethinghet is voor elkaar • it has been taken care ofelkaar uit de weg gaan • avoid each other -
16 afschrijven
• to depreciate• to mark out• to scribe• to write off -
17 ellenlang
♦voorbeelden: -
18 huis
1 [gebouw (als woning)] house2 [huisgezin] home3 [(vorstelijk) geslacht] House♦voorbeelden:huis en haard • hearth and homehet huis des Heren • the house of Godhet huis alleen hebben • have the house to oneselfeen eigen huis hebben • own one's own houseopen huis houden • have an open Bday/ Ahouseeen uitverkocht huis • a full houseeen huis vol hebben • have a housefulhij doet in/bezit huizen • he deals in/owns propertyhet ouderlijk huis verlaten, uit huis gaan • leave homehuis aan huis (verkopen) • (sell) door-to-dooraan huis gebonden • housebound, tied to one's housebezorging aan huis • home deliverydicht bij huis • near homeeen huis in een rij • a Bterraced/ Arow househuis in de stad • town houseiemand in huis hebben/nemen • have a/take in a lodgerin huis is het veel warmer • it's much warmer insidepantoffels voor in huis • slippers for indoorsniets in huis hebben • have no food/drinks in the houseik ga/moet naar huis • I'm off, I must be getting back/homemee naar huis nemen • take homenaar huis sturen • send home; 〈 arbeiders ook〉 lay off; 〈 patiënten〉 discharge; 〈 soldaten〉 demobilizeeen meisje naar huis brengen • see/take/walk a girl homeiemand uit zijn huis zetten • turn someone out (of his house)nu de kinderen het huis uit zijn • now that the children have all lefteen huis van drie verdiepingen • a three-storeyed houseik kom van huis • I have come from homedan zijn we nog verder van huis • 〈 figuurlijk〉 then we will be even worse off, that's not going to get us anywheretuin vóór het huis • front gardeneen tweede huis • a second homeLauriergracht 78 huis • Bground floor flat/Afirst-floor apartment, 78 Lauriergracht〈 figuurlijk〉 van huis uit • originally, by birthvan huis weglopen • run away from homehet Koninklijk huis • the Royal Family -
19 lezen
1 [kennis nemen van] read2 [voorlezen] read (out/aloud)♦voorbeelden:je handschrift is niet te lezen • your (hand)writing is illegible(niet) kunnen lezen en schrijven • be (un)able to read and writelezen, schrijven en rekenen • reading, writing and arithmeticdaarover staat in het rapport niets te lezen • the report says nothing about thathet is haast niet te lezen • it's almost impossible to read〈 studenten(taal)〉 heb je er veel omheen gelezen? • have you read up (a lot) on this subject?daar heb ik kennelijk overheen gelezen • I must have overlooked ithij heeft veel gelezen • he's well-readiets vluchtig lezen • skim through somethingdie krant wordt weinig/slecht gelezen • that newspaper has a small readershiphet is leuk/pijnlijk om te lezen • it makes enjoyable/painful readingveel lezen over een schrijver/een bepaald onderwerp • read up on a writer/on a particular subjectbij het lezen • when/while readingik lees hier dat … • it says here that …uit eigen werk lezen • read (from) one's own workII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opmaken uit, ontcijferen] make of2 [interpreteren, uitleggen] read3 [opdragen] say♦voorbeelden:er meer in lezen dan er staat • read more into something (than intended)wat lees jij uit dit woord? • what do you make of this word?iets op iemands gezicht lezen • see something from someone's face1 [zich laten lezen] read♦voorbeelden:dat boek leest lekker weg • that book is easy reading -
20 opdracht
2 [bewoordingen van toewijding] dedication♦voorbeelden:1 iemand een opdracht geven tot de bouw van een herenhuis • commission someone to build a large houseik heb de garage de opdracht gegeven de accu te vervangen • I asked the garage to change the batteryik heb opdracht niemand binnen te laten • my orders are not to let anyone inwe kregen opdracht om … • we were told to …een opdracht krijgen/uitvoeren • receive/carry out an order/assignmenthij werkt in opdracht van het bestuur • he is working under the authority of the boardik heb in opdracht gehandeld • I acted under ordersin opdracht van de regering • by government order
- 1
- 2
См. также в других словарях:
write out — verb 1. put into writing; write in complete form (Freq. 2) write out a contract • Syn: ↑write up • Topics: ↑writing, ↑authorship, ↑composition, ↑penning … Useful english dictionary
write out — 1) PHRASAL VERB When you write out something fairly long such as a report or a list, you write it on paper. [V P n (not pron)] We had to write out a list of ten jobs we d like to do... [V n P] If there s a particularly good recipe, write it out… … English dictionary
write out — phrasal verb [transitive] Word forms write out : present tense I/you/we/they write out he/she/it writes out present participle writing out past tense wrote out past participle written out 1) to complete an official document by writing information … English dictionary
write out — /ˌraɪt aυt/ verb to write something in full ● She wrote out the minutes of the meeting from her notes. ♦ to write out a cheque to write the words and figures on a cheque and then sign it … Dictionary of banking and finance
write out — verb To write in full length or expanded form. Dont use abbreviations, write out words! … Wiktionary
Write Out — A dual trade transaction enacted by a specialist in an individual stock issue. The first trade in a write out will be between the specialist and a floor trader, using the specialist s own inventory of stock, which is sold to the trader. The… … Investment dictionary
write out — phr verb Write out is used with these nouns as the object: ↑cheque, ↑prescription, ↑receipt … Collocations dictionary
write out — Synonyms and related words: book, calendar, carve, catalog, chalk, chalk up, check in, chronicle, copy, copy out, cut, docket, draft, draw up, edit, enface, engrave, engross, enroll, enscroll, enter, file, fill out, grave, impanel, incise, index … Moby Thesaurus
write out — transitive verb Date: 15th century to write especially in a full and complete form … New Collegiate Dictionary
write out — put on paper with the use of a pencil or pen; copy out … English contemporary dictionary
write out — The procedure used when a specialist makes a trade involving his own inventory, on one hand, and a floor broker s order, on the other. The broker must first complete the trade with the specialist, who then transacts a separate trade with the… … Financial and business terms